Sleutels om in “oorlogsaanbidding” binnen te gaan - Dean Mitchum

De profeten en apostelen proclameren dat dit een tijd van oorlog is, dus moeten we ons klaarmaken (Joel 4:9).
Hier volgen vier noodzakelijke sleutels tot het begrijpen en ingaan van “oorlogsvoering door lofprijs en aanbidding’’ (Psalm 47:7).
Profetische Openbaring
In 1 Samuel 13: 22 staat dat toen de dag van de strijd aanbrak, zwaard noch speer gevonden werd bij al het volk. De vijand had er voor gezorgd dat er geen smid in het land meer was “opdat de Hebreeën geen zwaarden en speren zouden maken”. Niemand in het land had de bekwaamheid om metaal van een vorm in een andere te smeden. De Kerk kan zich niet veroorloven om zonder onze wapens te zijn op de dag van de strijd.
Profeten zijn als smeden in de geestelijke wereld. Tot het moment dat de profeten werden hersteld om actief te functioneren in de Kerk, hadden wij geen openbaring over ‘’oorlogslofprijzing’’. We hadden geen kennis van (Joel 4:10) hoe we onze ploegscharen in zwaarden moesten omsmeden. We begrepen dat lofprijs zou kunnen ploegen, maar we wisten niet dat ditzelfde ”metaal” als een zwaard gebruikt zou kunnen worden door het om te vormen tot een wapen. Nu is deze openbaring er gekomen, en hebben we alles wat er nodig is om oorlogswapens te maken van onze lofprijs. We behoeven ons alleen maar te laten beroeren door het gloeiend hete vuur van het profetische om als krachtige personen onze ploegscharen tot zwaarden om te smeden, en onze snoeimessen tot speren, en onze lofprijs tot een oorlogswapen.
Geestelijke wapens
(2 Korintiërs 10: 4) Laten we enkele van de wapens die behoren tot onze ‘’oorlogsaanbidding’’ naar voren halen:
Een muziekinstrument bespelen zoals David dat deed (1 Samuel 16: 23).
In Psalm 144:1 staat “God oefent onze handen voor de strijd, en schoolt onze vingers voor het gevecht”. Het zingen van lofprijs legt de vijand het zwijgen op (Psalm 8: 3).
Gejuich verdrijft de vijand (Jozua 6: 20) en haalt de muren van bolwerken zoals Jericho neer.
In de handen klappen brengt een slag toe aan de vijand (Psalm 47: 2).
Dansen plaatst de vijand onder onze voeten (Maleachi 3: 21) en trommelgeroffel creëert het ritme voor God om de vijand te verslaan door onze lofpijs (Jesaja 30: 32).
Profetie is de stem van de Heer die de vijand vernietigt (Jesaja 30: 31).
Het ultieme wapen is de tegenwoordigheid van God die de vijand als was doet smelten (Psalm 68: 3).
Een nieuw model voor aanbidding
Vaak hebben wij onze aanbidding gezien door het model van de tabernakel van Mozes te volgen. We beginnen bij de voorhof, gaan door het Heilige en uiteindelijk het Heilige der Heilige binnen. In de dagen van Mozes was het Heilige der Heilige de plaats waar de tegenwoordigheid van God rustte. Gods tegenwoordigheid werd afgescheiden door een voorhangsel dat symbool stond voor het feit dat de mensen niet met Hem verzoend waren. Echter, nu zijn wij door Christus met God verzoend. De tabernakel van David, die deze waarheid profetisch uitte voordat de Messias was gekomen, is de keuze van God voor het aanbiddingmodel voor vandaag de dag. In Handelingen 15: 16 staat dat God de tabernakel van David weer zal herstellen.
De tabernakel van David kende geen voorhangsel (2 Samuel 6: 17) en stond vele priesters toe om tot de Heer te komen, niet alleen de hogepriester. De tabernakel van David is een betere vertegenwoordiging van het nieuwe verbond dan de tabernakel van Mozes of de tempel van Salomo. God verklaarde dat de heerlijkheid van het oude verbond vervaagde en dat het priesterschap veranderde van het Levitische priesterschap (Hebreeën 7: 11-12) naar het priesterschap van Juda (Juda betekent “lofprijs”). De geaccepteerde offers zouden niet langer dieren zijn maar offers van lofprijs, blijdschap en dankzegging. Het voorhangsel is in Christus weggenomen (2 Korintiërs 6 -18). De Davidische tabernakel bracht een nieuwe plaats voor de aanwezigheid van God voort op de berg Sion en vestigde een krachtige nieuwe vrijheid in aanbidding (Hebreeën 10: 19, 2 Korintiërs 3: 17).
Een koninkrijksmentaliteit
Dit is waarom we strijd voeren - om een nieuw Koninkrijk te vestigen. Wanneer we ons begeven in oorlogsvoering middels lofprijs, verandert de focus van lofprijs van een altaar van verlossing naar de troonzaal van de Koning. Het beeld van een troonzaal brengt een krachtiger en majestueuzer besef van de Koning van het heelal die regeert te midden van onze lofprijs en dan door ons heen werkt. Psalm 22: 4 stelt dat God troont op onze lofzangen. Dit is het feitelijke bouwen van Zijn troon op aarde. Jezus leerde ons bidden “ Laat Uw Koninkrijk komen, en Uw wil geschieden op aarde zoals in de hemel” (Mattheus 6: 10). De woorden “in de hemel” duiden op het Koninkrijk van God dat onveranderlijk en onwankelbaar is. “Op aarde” spreekt eigenlijk over het neerzetten van het Koninkrijk van God op de aarde.
Dus, door lofprijzing, troont God niet alleen op onze lofzangen, maar wij “zetten als het ware Zijn Koninkrijk neer’’ op aarde – Zijn tegenwoordigheid, Zijn wil, Zijn weg, Zijn woord. Het laatste gedeelte van Psalm 108: 9 zegt dat Juda de scepter is in Gods hand. Dit is waar God regeert en hij zijn profetische besluiten vrijgeeft te midden van lofprijzing. In het neerzetten van het Koninkrijk op aarde, herhalen wij de woorden van de Hemel door onze profetische stemmen, en dan weerspiegelen we op aarde wat God spreekt in de hemel.

door Dean Mitchum (klik op de afbeelding voor informatie over de auteur)
vertaald door Annita Oremans
bron: www.davidstabernakel.nl © Het overnemen van artikelen en woorden voor publicatie en/of distributie is toegestaan, mits deze in het geheel worden overgenomen en de juiste bronvermelding wordt vernoemd.