De profeet Daniël, een prototype voor de eindtijd. 




Dan.1:17 En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen. 


A: Daniël, een voorbeeld voor de generatie van de eindtijd. 
B: De profetische periode van verandering. 
C: Introductie op het boek Daniël. 
D: De voorbereiding van Daniël in zijn jeugd. 
E: Een periode van afzondering.
F: Ontwrichting.
G: Isolatie.
H: Indoctrinatie.
J: Verleiding. 
K: Daniel’s ervaringen in het laatste visioen.
L: Introductie op het vierde visioen van Daniël.
M: De reactie van Daniël op de verschijning van de engel. 
N: De viervoudige bekrachtiging van de heiligen in de eindtijd.
P: Vasten en gebed.
Q: Goddelijke kracht door bemiddeling van engelen.
R: Het ontvangen van Goddelijke liefde.
S: Goddelijk inzicht.
 



A: Daniël, een voorbeeld voor de generatie van de eindtijd.
Daniël was een geestelijke pionier in zijn eigen generatie, maar hij dient ook uitstekend als een voorbeeld voor de geestelijke pioniers van de generatie in de eindtijd die door de Heer zijn voorbestemd om de naties van de aarde voor te bereiden op de terugkeer van Jezus. En terwijl sommige gelovigen blijven steken in het spelen van een heldenrol in hun dagdromen en verbeelding, geeft de Hebreeuwse profeet Daniël in zijn ballingschap een voorbeeld van een echt, zwak menselijk wezen, die in zijn confrontaties met moeilijke situaties zichzelf keer op keer doelbewust in het verborgene aan de Heer toewijdde (
Dan.1:8), maar dat eveneens openlijk deed (Dan.6:11). Om die reden werd hij beloond met Goddelijke openbaring, zodat hij kon bidden voor de beëindiging van de Babylonische ballingschap en de voorbereiding van Israël op verdere Goddelijke discipline en de uiteindelijke definitieve bevrijding van dit volk.

Maar hij werd ook gezegend met enkele van de meest gedetailleerde eschatologische openbaringen - dat is openbaring over de eindtijd - die van het grootste belang zijn voor de laatste generatie van de natuurlijke geschiedenis van de mensheid. In veel opzichten mogen wij dankbaar zijn dat Daniël niet wankelde in zijn toewijding aan Jehovah-God, waardoor zijn volhardende gehoorzaamheid de landingsbaan werd voor inzichten die nu een blauwdruk aan ons geven voor de manier waarop wij ons d.m.v. gebed en studie kunnen voorbereiden op de wereldwijde storm die binnenkort de hele planeet gaat treffen. 

Behalve dat hij ons zeer gedetailleerde Goddelijke informatie over de nabije toekomst heeft gegeven, heeft zijn levensstijl aan onze generatie ook een routekaart gegeven over de weg die wij als mannen en vrouwen moeten afleggen, om niet alleen de allergrootste menselijke vijand van Christus en Zijn Bruid uit de geschiedenis te confronteren (Dan.11:31-36), maar ook om deel te nemen aan de grootste uitstorting van de Heilige Geest op de aarde, die nog komen moet (Joël 3:1-5).

Daarom moet de profeet Daniël niet alleen gezien worden als een historische uitzondering op de grijze middenmoot van gelovigen, maar is hij zeer beslist ook een prototype van de geestelijke pionier die de Heer in grote getale tevoorschijn zal roepen aan het einde van de geschiedenis om de duisternis te confronteren, koningen in boeien te slaan, leiders met ketenen te binden, en het geschreven recht te voltrekken (Ps.149:5-9).

Daarom moet het leven van Daniël niet gezien worden als een uitzondering uit een zeer ver verleden, een groot voorbeeld dat voor ons in de 21e eeuw onbereikbaar is, maar in plaats daarvan mogen wij zijn leven zien als een uitnodiging voor iedereen die gehoor wil geven aan dezelfde oproep die Daniël ontving. De inhoud van het boek Daniël met al de dromen en visioenen inclusief de levensstijl van de profeet is belangrijker voor onze generatie dan dit ooit geweest is in zijn eigen generatie en die daarna. 

Daarom is het noodzakelijk dat wij niet alleen de dromen en visioenen van Daniël leren begrijpen, maar vooral ook zijn levensstijl. Er zijn in zijn leven vijf verschillende profetische stadia te ontdekken die zich telkens weer lijken te herhalen; de eerste fase is verandering, de tweede is afzondering, de derde promotie, de vierde openbaring, de vijfde autoriteit. Hierbij moeten we begrijpen dat de periodes van verandering en afzondering van groot belang zijn voor het later ontvangen van promotie door mensen, openbaring van God, en het bezitten van geestelijke autoriteit. 

B: De profetische periode van verandering.
Dan.1:1-6 In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trok Nebukadnessar, de koning van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegerde de stad. De Heer leverde Jojakim, de koning van Juda, aan hem uit en gaf hem een deel van de voorwerpen van Gods tempel in handen. Hij nam ze mee naar Sinear, naar de tempel van zijn eigen god, en liet ze daar in de schatkamer zetten.

De koning gaf het hoofd van zijn eunuchen, Aspenaz, opdracht een aantal Israëlieten van koninklijke en voorname afkomst naar zijn paleis te brengen. Het moesten jongemannen zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand, en bovendien geschikt om aan het hof te dienen. Aspenaz moest hen onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën.

De koning wees hun een dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht zouden ze in dienst van de koning treden. Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja.

C: Introductie op het boek Daniël.
De naam Daniël betekent “God is mijn Rechter”; het boek Daniël beschrijft de tijd van de eerste ballingschap van het Joodse volk vanaf 605 v.Chr. (1:1) tot aan het derde jaar van de Perzische koning Cyrus in 536 v.Chr. (10:1). Dit boek beslaat dus de volledige periode van de Babylonische ballingschap tot aan het moment waarop koning Cyrus het koninklijke besluit bekendmaakte dat de Joden mochten terugkeren naar hun land o.l.v. Zerubbabel.

Dus, Daniël sprak tot die generaties waarin God Zichzelf aan de naties openbaarde als een Rechter, en daarmee geeft hij ons inzicht in het Goddelijke proces van discipline dat het volk van God zuivert. Maar ook geeft hij ons inzicht in de betrouwbaarheid van God om oordeel te vellen over hen die zich verzetten tegen Zijn Goddelijke doelstellingen. Het boek Daniël bevat 12 hoofdstukken, maar deze hoofdstukken staan niet in een chronologische volgorde; het boek kan in twee gedeelten verdeeld worden op grond van de inhoud. 

Het eerste deel beslaat de hoofdstukken 1-6, en beschrijft de jaren van Daniël in het koninklijke paleis van zowel Babylonië als Perzië, en dit eerste deel is volledig historisch en chronologisch. Deze hoofdstukken beschrijven zes gebeurtenissen, die niet alleen historisch zijn maar ook een belangrijke boodschap hebben voor specifieke situaties, waarop de gemeente van de eindtijd zich moet voorbereiden.

In de eerste plaats wordt ons getoond hoe het gelovige hart wordt voorbereid en ondersteund in een tijd van crisis; in de tweede plaats wordt ons getoond hoe openbaringen van God het gelovige hart ondersteunen in een tijd van lijden en onderdrukking; in de derde plaats wordt ons getoond hoe God soeverein omgaat met de goddeloze koningen en leiders van de aarde; en in de vierde plaats wordt getoond hoe God bevrijding schenkt aan Zijn mensen die aan Hem trouw blijven. 

Het tweede deel beslaat de hoofdstukken 7-12, en beschrijft vier profetische visioenen over de eindtijd. Het eerste visioen ontving hij in 556 v.Chr. (7:1), het tweede in 553 v.Chr. (8:1), het derde in 539 v.Chr. (9:1), en het vierde en langste visioen In 536 v.Chr. (10:1). Daniël ontving deze vier visioenen dus in een periode van 17 jaar, en deze visioenen hebben te maken met het volk Israël, de naties op de aarde, de Joodse Messias, de zuivering van de gelovigen d.m.v. een goddeloze heerser, en het aanbreken van het eeuwige koninkrijk van de Mensenzoon.

D: De voorbereiding van Daniël in zijn jeugd.
Dan.1:8a Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden.
Dan.6:11b Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees Hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was.
Daniël was in zijn jonge jeugd al voorbereid op de grootste tragedie van het volk Juda door de profetische woorden van Jesaja en Jeremia over het oordeel van God dat komen zou. En toen hij en zijn vrienden door het Babylonische leger meegenomen werden tijdens de eerste aanval op het land Juda in 606 v.Chr, waren zij waarschijnlijk niet volledig verrast.

Als jonge tieners van nog geen 20 jaar werden zij gewelddadig weggerukt uit de welvaart en veiligheid van hun thuisland, dat op dat moment te maken kreeg met de eerste verwoestingen door het Babylonische leger (2Kon.24:1-2, 2Kron.36:5-8). Er zou nog een tweede invasie door het leger van Babylonië plaatsvinden in 597 v.Chr. (2Kon.24:10-17, 2Kron.36:9-10), voordat in het jaar 586 v.Chr. de definitieve verwoesting van Jeruzalem plaatsvond, en het allergrootste deel van het Judeese volk in ballingschap werd gevoerd (2Kon.25:1-21, 2kron.36:17-21).

Maar Daniël en zijn drie vrienden werden dus al tijdens de eerste invasie gedeporteerd naar het land Babylonië, waar zij gedwongen werden om dienstbaar te zijn aan het hof van een goddeloze koning. In het paleis werden zij fysiek getraind, en onderwezen in de literatuur en de taal van de Chaldeeën, d.w.z. de Babylonischers, en bovendien kregen zij buitenlands voedsel voorgeschoteld, dat in veel opzichten in strijd was met de wetgeving van Mozes (Dan.1:3-5).

Ondanks dat alles begreep Daniël de tijden en de seizoenen van de Heer, en was hij al door de Heer voorbereid op deze tragische tijd in de geschiedenis van zijn volk, om niet alleen de duisternis in de geestelijke cultuur van Babylon te overleven, maar ook om een prominente positie in het land in te nemen (Dan.1:20, 2:48). Het soort voorbereiding dat Daniël gekregen had, is echter nooit toevallig, maar wordt doelbewust ontwikkeld in een levensstijl van vasten en gebed (Dan.6:11, 9:3, 10:2-3). 

Daniël werd geboren in een van de meest glorieuze perioden van de geschiedenis van Juda, die onmiddellijk gevolgd werd door een van de meest donkere perioden van het volk. Onder koning Josia had het tweestammenrijk Juda een nationale opwekking beleefd, nadat koning Josia als zestienjarige jongen de beelden en de altaren voor de afgoden van hun plaatsen liet verwijderen en ze vervolgens liet vernietigen (2Kron.34:1-7).

Op 26-jarige leeftijd liet hij een begin maken met het herstel van de tempel, die onder de vorige koningen Manasse en Amon verschrikkelijk verwaarloosd was. Tijdens dat herstel vond de hogepriester Chilkia een boekrol met de tekst van de wet van Mozes (2Kron.34:14), en toen koning Josia die tekst las, verootmoedigde hij zich voor de Heer, en bracht het volk Juda terug naar de dienst aan God.

Jeremia begon zijn bediening als profeet in het dertiende regeringsjaar van Josia (Jer.25:3), en hij begon de waarschuwende woorden van de Heer tegen Juda te profeteren, toen de opwekking onder Josia nog beginnen moest. Dus ondanks de enorme geestelijke opwekking onder de leiding van koning Josia waarschuwde de Heer Zijn volk toch voor het komende oordeel.

Het boek Daniël laat ons zien dat wij geen illusies over onszelf moeten koesteren en veronderstellen dat wij voorbereid zijn op beproeving, vervolging en onderdrukking, omdat wij betrokken zijn bij geestelijke opwekking. Ondanks het geestelijk gezonde klimaat waarin wij mogelijk opgroeien, hebben wij geen enkele garantie over onze geestelijke vitaliteit, wanneer de opwekking uitdooft, en duisternis in de samenleving overheerst.

Daniël en zijn drie vrienden waren echter wel terdege voorbereid.
Dan.1:6-7 Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. Maar de hoofdeunuch gaf hun andere namen; Daniël noemde hij Beltesassar, Chananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abednego. 

Dan.1:8 Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden. 

Dan.3:12 Er zijn enkele Judese mannen aan wie u het bestuur over de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrach, Mesach en Abednego. Deze mannen storen zich niet aan uw bevel, majesteit. Ze vereren uw goden niet en buigen niet voor het gouden beeld dat u hebt opgericht. 

We mogen rustig veronderstellen dat Daniël, Chananja, Misaël en Azarja zeker niet de enige Judeeërs waren die naar Babylon werden gedeporteerd (Jes.39:7), maar de Bijbel noemt alleen deze vier jongemannen als de enigen die bruikbaar waren voor de Heer, en de enigen die niet bogen voor het gouden beeld van Nebucadnessar.

Het grootste en meest blijvende resultaat van de opwekking van Josia was een degelijk voorbereid instrument in de persoon Daniël. Het is belangrijk om nog eens te herhalen dat Daniël niet gevangen werd genomen op een moment dat hij zich nergens van bewust was, zoals zijn keuzes in Babylon helder laten zien (Dan.1:8, 6:11).

Het is duidelijk dat alleen wat in een mens aanwezig is, in een tijd van moeilijkheden tevoorschijn kan komen, en op dat moment niet spontaan geproduceerd kan worden. Al enkele eeuwen lang is er namelijk sprake van een onderwijs in de gemeente van Jezus, dat subtiel probeert ons af te leiden van voorbereiding op de eindtijd ondanks de sterke nadruk in het onderwijs van Jezus over Zijn tweede komst in de evangeliën en in het boek Openbaring. 

Maar dit soort onderwijs, dat de Bijbelse informatie over de eindtijd als onbelangrijk terzijde schuift, is zeer gevaarlijk, omdat de Heer Zelf herhaaldelijk ons heeft opgeroepen om waakzaam te zijn (Matt.24:4, 6, 15, 23, 25-26, 33, 42-44, 25:13). En onze waakzaamheid heeft te maken met het uitkijken naar de komst van Jezus (Luc.21:28), maar ook met het bespoedigen van de komst van Jezus (2Petr.3:12), door ons voor te bereiden in vasten en gebed op de grootste verandering in de menselijke geschiedenis (Openb.11:15).

Daniël begreep de tijd waarin hij leefde, omdat hij zichzelf toelegde op vasten en gebed, zodat hij levend inzicht kon ontvangen in het profetische woord van de Bijbel (Dan.9:2-3). En hij was voorbereid op de ingrijpende verandering, omdat hij een hoogverheven idee over God had, en de soevereiniteit van God over menselijke aangelegenheden begreep, zelfs de politieke kwesties van koningen en koninkrijken.

Ondanks het verschrikkelijke karakter van de Babylonische ballingschap was Daniël er als jongeman van overtuigd dat de verandering in zijn omstandigheden door God, en door God alleen, georganiseerd was. In zulke tijden van verandering, zowel persoonlijk als nationaal en internationaal, wanneer alles om ons heen lijkt in te storten, is het van cruciaal belang dat wij begrijpen, dat de Heer soeverein is over alle situaties van de mensheid.

Zonder dit inzicht zullen wij even verward raken als de vele ongelovigen, wanneer plotselinge wereldwijde verwoesting de aarde treft. 

Luc.21:34-36 Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven, zodat die dag jullie overvalt, onvoorspelbaar als een val die dichtklapt. Want plotseling zal hij komen over allen die waar ook op aarde wonen. Wees waakzaam en bid onophoudelijk om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen. 

1Tess.5:2-6 Want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief. want u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn. 

Onze Heer vertelde zeer duidelijk dat het einde van de natuurlijke geschiedenis gekenmerkt zal worden door grote angst en verwarring (Luc.21:25-26), maar de Bijbel zegt ook dat er velen in de gemeente van Jezus zullen zijn die een diep inzicht zullen hebben in de wegen van de Heer in de eindtijd (Jer.23:18-20, Dan.11:32-33, 12:3, 1Kron.12:33). Daniël begreep dat hoewel God onvoorstelbaar goed, barmhartig en geduldig is, Hij ook de rechtvaardige Rechter is, die zonde niet eindeloos zijn gang kan laten gaan door verwoesting te brengen zonder consequenties.

Daniël kende God ook in Zijn oordelen, en hij leefde vol geloof en overtuiging in overeenstemming met God temidden van een goddeloze generatie, die de tijd niet begreep en God ervan beschuldigde dat Hij Zijn volk verlaten had. Daniël’s kijk op de soevereiniteit van God maakte een wezenlijk onderdeel uit van zijn krachtige voorbereiding, waardoor hij zich effectief kon verzetten tegen de aanvallen op zijn geloof in deze tijden van ingrijpende verandering.

Wij mogen de noodzaak van het begrijpen van Gods soevereiniteit in Zijn oordelen niet onderschatten, want hoewel velen in Juda totaal verward en onthutst waren over de manier waarop God Jeruzalem “verloor” met de daaropvolgende deportatie naar Babylon, hoefde Daniël zich niet te verontschuldigen voor wie God was en de manier waarop Hij omging met Zijn volk. De betekenis van Daniël’s naam - God is Rechter - wijst ons op de realiteit van Gods gerechtigheid in Zijn oordelen over de naties, en op de realiteit dat het uiteindelijk de Heer Zelf is die een conflict heeft met de naties (Jer.25:30-32).

Daniël kende deze realiteit, en daarom raakte hij niet van zijn stuk op de plaats van toewijding aan de Heer temidden van de omstandigheden die hem omringden.

E: Een periode van afzondering.
Dan.1:8 Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden en hij vroeg de hoofdeunuch toestemming zich van de spijzen en de wijn van de tafel van de koning te onthouden..
Dan.6:6 Toen zeiden die mannen: Met geen mogelijkheid zullen wij deze Daniël kunnen aanklagen, tenzij we iets zoeken dat verband houdt met de wet van zijn God. 

Dan.6:11 Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. 

Dan.9:2-3 In het eerste jaar van zijn koningschap, leidde ik, Daniël, uit de boeken af hoeveel jaren het zou duren voordat de puinhopen van Jeruzalem verdwenen zouden zijn. Zoals de HEER aan de profeet Jeremia had gezegd, waren dat er zeventig. Ik wendde mij tot God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend. 

In de tijd van grote beproeving maakte Daniël zich niet druk om zijn carrière of om eerbetoon van mensen (Dan.5:17); integendeel, Daniël concentreerde zich op een levensstijl van afzondering, waarin hij zich erop toelegde om waardig te zijn aan de roeping van God met zijn leven. Het is duidelijk dat hij al vóór zijn deportatie naar Babylon opgegroeid was in een godvrezende omgeving van vasten en gebed, waar het fundament werd gelegd voor zijn verzet tegen de geest van Babylon, en waar zijn geest bekrachtigd werd met de weigering om toe te geven aan de verleidingen van de wereld.

We moeten onszelf de voor de hand liggende vraag stellen, die zo vaak genegeerd is, namelijk wie de ouders van Daniël waren, of wat de omgeving was waarin hij opgroeide, en waar hij van tevoren werd voorbereid op de tijd van grote moeilijkheden.

Daniël en zijn drie vrienden werden onder buitengewoon grote druk gezet om toe te geven aan de geest van Babylon, want het is duidelijk dat vele andere gedeporteerde Judeeërs niet voorbereid waren op onderdrukking, en gemakkelijk toegaven aan de verleiding tot compromissen, hoewel zij de geestelijke opwekking onder koning Josia hadden meegemaakt.

Alleen deze vier vrienden Daniël, Chananja, Misaël en Azarja bleven trouw aan de Heer en Zijn woord in hun verblijf aan het hof van de koning van Babylon, en zij weigerden om de geest van de eeuw en de vele compromissen met het wereldse systeem te aanvaarden. Dan.1:8 vertelt ons dat Daniël zich doelbewust in zijn hart voornam om zichzelf niet te verontreinigen met het voedsel van Babylon; hij nam eens en voor altijd een duidelijk standpunt in om zijn geloof in de God van Israël niet te verloochenen. 

Dat betekent niet dat Daniël geen verleiding of worsteling kende vanwege deze beslissing, maar het laat ons de kracht en de autoriteit zien van een doelbewust hart dat compromis met de wereld weigert en dat besluit om heilig te leven. Vele gelovigen worstelen met de valstrikken van zonde, omdat zij zich niet onderwerpen aan de genade van God in samenwerking met de Heilige Geest in het daadwerkelijk nemen van een hartsbeslissing om zich niet te laten vervuilen door de zonde en de wereld.

Deze onderwerping aan de genade van God is niet passief, maar juist zeer actief, wanneer wij in ons hart beslissen om niet besmet te raken met de geest van de wereld om ons heen. Hoe gaat de geest van de wereld te werk, en hoe reageren wij daarop?

F: Ontwrichting.
Daniël en zijn vrienden werden onvoorstelbaar losgerukt uit hun normale dagelijkse routine en hun vredige bestaan, toen zij gevangen werden genomen en naar Babylon gedeporteerd werden. Koning Nebucadnessar had de strategie om belangrijke gevangenen ten dienste van zichzelf te stellen door hen in verwarring te brengen met de verandering van hun namen (Dan.1:7), en zelfs door hen te castreren om zo een normale terugkeer in de maatschappij onaantrekkelijk te maken, en hen dan in toewijding aan zichzelf en zijn koninkrijk te binden.

Dag in dag uit ondergingen deze vier jongemannen de krachtige invloed van de intimidatie, doordat zij constant hun Babylonische namen hoorden in een poging om hun Hebreeuwse identiteit te laten vervagen. Hun Hebreeuwse namen gaven eer aan de God van Israël, want Daniël betekent “God is Rechter”, Chananja betekent “Jehovah is genadig”, Misaël betekent “wie is als God” en Azarja betekent “Jehovah is mijn helper”.

Maar de plaatsvervangende Babylonische namen verwezen naar Babylonische afgoden, en het is duidelijk dat wij over God en over onszelf denken op een manier die ons leven vormgeeft. Waarom zouden wij ons kleden zoals we doen, of geld uitgeven zoals we doen, of waarde hechten aan de dingen die geen enkele waarde toevoegen aan een heilig leven?

Wij vergeten vaak zeer snel hoe verward wij geworden zijn door onze cultuur over de dingen die glorie geven aan God en kracht geven aan onze geest. Maar Daniël en zijn vrienden weigerden deze verwarring en ontwrichting ruimte te geven tot het sluiten van compromissen. 

Rom.12:1-2 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.

G: Isolatie.
Kilometers ver verwijderd van zijn ouders en de vertrouwde omgeving van Juda inclusief de
aanbidding in de tempel, het lezen in de Wet van Mozes, het onderwijs van de priesters etc. werd Daniël wel degelijk verleid om te geloven dat God Zijn volk in de steek had gelaten, en daardoor werd ook hij verleid om te geloven dat hij vrij was om te leven als de Babyloniers.

Koning Nebucadnessar veronderstelde dat de laatste overblijfselen van het ware geloof in de Heer zouden uitsterven, nu zij ver verwijderd waren van de glorieuze tegenwoordigheid van de God van Israël. Maar Daniël en zijn drie vrienden vormden een gebedsgemeenschap, waarin zij temidden van tegenstanders zichzelf toewijdden aan gebed en relatie in het geloof.

Deze biddende gemeenschap vormde een stalen mentaliteit in hun weerstand tegen de geest van de wereld, want zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens (Spr.27:17). Zij verzuimden hun bijeenkomsten niet, maar bemoedigden elkaar dagelijks (Hebr.10:24-25), en samen zochten zij het aangezicht van God om inzicht te ontvangen in de moeilijke dilemma's waarvoor ze geplaatst werden. 

Dan.2:17-18 Vervolgens ging hij naar huis, bracht zijn vrienden Chananja, Misaël en Azarja op de hoogte en vroeg hun de God van de hemel te smeken Zich barmhartig te tonen en het mysterie te onthullen, zodat hij en zijn vrienden niet met de rest van de wijzen van Babylonië ter dood zouden worden gebracht.

H: Indoctrinatie.
Dan.1:3-5 De koning gaf het hoofd van zijn eunuchen, Aspenaz, opdracht een aantal Israëlieten van koninklijke en voorname afkomst naar zijn paleis te brengen. Het moesten jongemannen zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand, en bovendien geschikt om aan het hof te dienen. Aspenaz moest hen onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën.

De koning wees hun een dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht zouden ze in dienst van de koning treden.
Nebucadnessar bracht direct al bij zijn eerste invasie in Juda ontwikkelde jongemannen naar Babel, omdat hij wist dat zijn langdurige heerschappij alleen in stand kon blijven, wanneer hij de Judeeërs zodanig kon beïnvloeden dat zij hem zouden helpen in zijn heerschappij over zijn hele rijk, inclusief Jeruzalem en Juda.

Daarom gaf de koning bevel aan het hoofd van de eunuchs om de jongemannen te onderwijzen in de wetenschap, de literatuur, de cultuur en het eetpatroon van de Babyloniërs. Deze indoctrinatie was niet alleen maar bedoeld om hen een degelijke opvoeding te geven, maar was duidelijk bedoeld om hun trouw aan de God van Israël te ondermijnen door hen te onderwijzen in occultisme, astrologie en afgoderij.

Maar Daniël en zijn vrienden weigerden op te gaan in de cultuur van Babylonië, het rijkste en machtigste land in die tijd, en zij bleven trouw aan Jehovah-God met het risico dat zij als dwaas en provinciaal beschouwd zouden worden. In onze tijd worden ook wij voortdurend verleid door de propaganda van onze cultuur om meer open te staan voor andere meningen, en niet zo dogmatisch te zijn tot iets wat waarheid heet. Toegeven aan zulke indoctrinatie leidt echter onvermijdelijk tot compromissen en wetteloosheid. 

Judas vs.4 Er hebben zich namelijk ongemerkt mensen onder u gemengd van wie het vonnis al lang geleden schriftelijk is vastgelegd: goddelozen, die de genade van onze God misbruiken als voorwendsel voor losbandigheid en die onze enige meester en Heer, Jezus Christus, verloochenen.

J: Verleiding.
Dan.1:8 Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden.
Het laatste gebied waarin Nebucadnessar probeerde Daniël te verleiden tot de geest van Babylon was het gebied van voedsel. Wij moeten het belang van verleiding tot voedsel niet onderschatten, want de kwestie van vasten was een cruciale kwestie in de tijd van Daniël, en het zal ook een cruciale kwestie zijn in de laatste tijd van de tegenwoordige slechte wereld.

In plaats van te gaan argumenteren over de waarde van de Babylonische filosofie en religie, koos Daniël voedsel als het strijdtoneel waarop hij oorlog moest voeren tegen de geest van Babylon. Maar waarom koos Daniël ervoor om het eetpatroon van Babylon aan te vallen, en niet de ideologieën of valse religie van dit land? In de eerste plaats was Daniël zich terdege bewust van de voedselwetten van de Torah, die de Joden verbood om bepaald soort voedsel en offervlees van de afgoden te eten. 

Ongetwijfeld was het voedsel op de tafel van de koning voor het grootste deel voor Daniël en zijn vrienden volgens de wet van Mozes verboden om te eten. Maar voor ons is het nog van groter belang dat Daniël evenals de Babyloniërs begreep, dat voedsel en welvaart en gemak het vermogen hebben om zelfs de meest sterke persoonlijkheid te misleiden.

Gulzigheid en overdaad beschadigen vurige ijver en toewijding meer dan de meesten van ons in de gaten hebben; in de westerse welvaartsmaatschappij behoren de mensen tot de meest volgevreten, maar tegelijk meest ondervoede mensen van de hele wereld, zoals in Daniël’s tijd het geval was in Babylonië. 

Daniël wist echter dat een mens niet alleen van brood leeft, maar van elk woord dat uit de mond van onze Heer komt (Deut.8:3, Matt.4:4). Wij moeten het belang van vasten daarom niet onderschatten in onze strijd tegen de geest van deze wereld, want vasten is een van de grootste wapens in het arsenaal van de hemel, dat aan de gelovigen gegeven is; en ook is vasten een duidelijke proclamatie dat ons hart verbonden is met de hemelse Bruidegom, en niet met de vluchtige pleziertjes van deze wereld (Matt.9:15).

Vasten is een mooi Goddelijk instrument dat in ons een sterker verlangen naar Jezus ontwikkelt, en de geboorteplaats van het christelijke vasten is heimwee naar God. In het vasten verloochenen wij onze legitieme rechten op het plezier van deze wereld vanwege de superieure vreugde van het kennen van God. Met vasten verdienen wij niets, maar wel brengen wij ons hart voor het vreugdevuur van God om openbaring en inzicht van Hem te ontvangen (Matt.6:18).

Daniël en zijn drie vrienden ondergingen de kritiek op hun sobere levensstijl, omdat zij wisten dat er iets veel belangrijker op het spel stond dan de feesten met veel gevarieerd voedsel, namelijk hun toewijding en trouw aan God. Door zichzelf af te zonderen van het plezier van deze wereld werden Daniël en zijn vrienden voor hun toewijding beloond met Goddelijke openbaring en wijsheid.

Deze gave van openbaring bleek uiteindelijk waardevoller voor Daniël en zijn drie vrienden te zijn dan alle rijkdom en plezier van Babylon, doordat de Heer hun volhardende trouw beloonde met grote vruchtbaarheid in hun werk. Wij moeten telkens weer leren dat alleen trouw aan God geestelijke vruchtbaarheid in ons leven tevoorschijn brengt. 

Dan.11:17-20 En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen. Toen de door de koning vastgestelde tijd verstreken was, leidde de hoofdeunuch alle jongemannen voor Nebukadnessar.

De koning sprak met hen, en niemand kon zich met Daniël, Chananja, Misaël en Azarja meten. Zij traden in dienst van de koning. En over welke kwestie van wijsheid of inzicht de koning hen ook raadpleegde, hij vond hen tien keer zo voortreffelijk als alle magiërs en bezweerders in heel zijn rijk.

K: Daniel’s ervaringen in het laatste visioen.
Dan.10:1-3 In het derde jaar van koning Cyrus van Perzië werd aan Daniël, die Beltesassar werd genoemd, een boodschap geopenbaard. Het was een betrouwbaar bericht over een grote strijd. Door een visioen begreep hij het bericht. In die dagen was ik, Daniël, drie volle weken in de rouw. Smakelijk voedsel at ik niet, vlees en wijn kwamen niet in mijn mond, en ik wreef mij niet in met olie tot er drie weken verstreken waren.

L: Introductie op het vierde visioen van Daniël.
Daniël ontving zijn vierde en laatste visioen tijdens het derde regeringsjaar van Cyrus over Babylon in 536 v.Chr, en het is opmerkelijk dat het leven van Daniël nog maar kort daarvoor bedreigd werd in de leeuwenkuil. Aan het begin van hoofdstuk 10 vinden we Daniël bezig met het bedrijven van rouw, gepaard gaande met vasten en gebed, voor een periode van drie volle weken waarin ook het Joodse Pesach en het feest van de ongezuurde broden plaatsvond.

Het bedrijven van rouw lijkt niet gerechtvaardigd in het licht van het Pesach en het besluit van koning Cyrus in het jaar daarvoor om de Joden toestemming te geven terug te keren naar het land Juda en de tempel te herbouwen in Jeruzalem (Ezra 1:1-4). Maar Ezra 4:24 laat ons zien dat het werk aan de tempel, dat begonnen was in 537 v.Chr. (4:8), alweer stil werd gelegd in het jaar 536 v.Chr. vanwege heftige tegenstand door omringende volken. Het werk aan de tempel werd pas in 520 v.Chr. hervat onder de stimulerende woorden van de profeten Haggai en Zacharia (Ezra 5:1).

In feite liet het derde visioen van Daniël al zien dat Israël tijdens de ballingschap nog steeds niet had afgerekend met het werkelijke probleem van dit volk dat tot de deportatie had geleid. Hoewel de Joden wel genezen waren van zichtbare afgoderij tijdens de Babylonische ballingschap, waren ze nog niet werkelijk met heel hun hart teruggekeerd naar de Heer. Hun diepgewortelde rebellie zou meer dan 550 jaar later ertoe leiden dat de Joden hun eigen Joodse Messias zouden laten kruisigen, omdat zij Hem afwezen. In het derde visioen liet de Heer zien welke context er in de eindtijd nodig zal zijn om voor eens en altijd het hart van Israël terug te laten keren tot Jehovah-God.

Op de 21e dag van zijn vasten en gebed ontving Daniël een visioen, waarin hij een glorieuze boodschapper van God zag, een engel gekleed in linnen, met een gouden gordel om zijn middel, en een lichaam dat schitterde als turkoois. Zijn gezicht straalde als een bliksem, en zijn ogen waren als vurige fakkels, terwijl zijn armen en benen glansden als gepolijst koper; en zijn stem klonk als het geluid van een grote mensenmassa (Dan.10:5-6).

Deze engel wordt op dezelfde manier beschreven als de machtige engel uit Openb.10:1-3, en de manier waarop deze engelen beschreven worden spreekt van grote glorie en autoriteit.

M: De reactie van Daniël op de verschijning van de engel.
Dan.10:7-9 Alleen ik, Daniël, zag de verschijning. De mannen in mijn gezelschap zagen de verschijning niet, maar werden wel bevangen door een grote angst, zodat zij wegvluchtten en zich verborgen en ik alleen overbleef. Toen ik die indrukwekkende verschijning zag, verloor ik al mijn kracht; ik werd lijkbleek en was niet in staat nog iets te doen. Ik hoorde zijn stem, maar zodra ik die hoorde verloor ik het bewustzijn en viel voorover op de grond. 

Het eerste visioen uit Dan.7 veroorzaakte grote verwarring bij Daniël (7:15+28), het tweede visioen in Dan.8 maakte Daniël uitgeput, waardoor hij zelfs ziek werd, en verbijsterd raakte over het visioen, omdat hij het niet begreep (8:27). Ook het derde visioen in Dan.9 laat niet zien dat Daniël het visioen begreep, maar bij het vierde visioen wordt duidelijk vermeld dat hij de boodschap van God ditmaal wel begreep (10:1b), hoewel hij niet alles begreep (12:8).

Maar bij het zien van de indrukwekkende verschijning van de engel verloor hij al zijn kracht, werd lijkbleek, en was niet in staat om nog iets te doen; zodra deze engel begon te spreken, verloor hij het bewustzijn en viel voorover op de grond. Een dergelijke reactie zien we in de Bijbel vaker bij mensen die in aanraking komen met een hemelse verschijning die gepaard gaat met Goddelijke glorie (Dan.8:15-18, Joh.18:6, Hand.9:3-4, Openb.1:17).

Toen de engel tegen Daniël begon te spreken, was hij niet in staat om normaal te reageren (Dan.10:15-17); pas nadat de engel hem aanraakte, vond hij zijn kracht weer terug (10:10-11, 18-19). Niet alleen de verschijning van de engel maar ook de inhoud van de profetische boodschap deed Daniël beven van ontzag voor de Heer en Zijn soevereine wegen met het volk Israël in de eindtijd, net als de profeten Jeremia en Habakuk. 

Jer.23:9 Gebroken ben ik, heel mijn lichaam beeft, ik lijk wel dronken, beneveld door de wijn, door toedoen van de HEER, door Zijn heilige woorden.
Hab.3:16 Ik hoorde dit alles en ik beefde vanbinnen, ik vernam het en mijn lippen trilden. Mijn botten werden aangevreten, ik stond te trillen op mijn benen, wachtend op de dag van het onheil, de dag dat U optrekt tegen het volk dat ons aanviel. 

Daniël zag in het vierde visioen het drama van de eindtijd, en hij was volledig van zijn stuk gebracht; op de zeer hoge leeftijd van boven de 80 jaar raakte deze geestelijk ervaren man nog ondersteboven van één enkele geestelijke openbaring. Hij had de deportatie naar Babylonië overleefd (1:1-3), hij had de verleiding van de geest van Babylon weerstaan (1:8), hij ontliep de doodstraf, omdat God hem een droom verklaarde (2:16-19), ook hij weigerde om voor het beeld van Nebucadnessar te knielen, en vond de moed om het oordeel van God over de trots van Nebucadnessar uit te spreken (4:16).

Ook durfde hij de arrogantie van Belsassar te confronteren (5:17-28), en weigerde hij om zijn gebedsleven te verwaarlozen vanwege de bedreiging van zijn leven (6:11), en vervolgens overleefde hij de leeuwenkuil (6:22-23). Hij overleefde doodvonnissen, slechte tirannen, een enorme machtswisseling van koninkrijken en achterbaks gekonkel in de politieke arena; maar toen hij geconfronteerd werd met het overweldigende visioen over Israël in de eindtijd, was hij enorm ontdaan en van zijn stuk gebracht.

Wanneer Daniël Goddelijke interventie nodig had om dit visioen te kunnen ontvangen, hoeveel temeer hebben wij Gods hulp nodig om de vervulling van dit visioen in de eindtijd te kunnen overleven. Dan.10 beschrijft de voorbereiding van Daniël, zodat hij de openbaring van de profetische boodschap in Dan.11-12 kon ontvangen, want uit zichzelf was hij totaal onbekwaam om de gewichtige en ernstige boodschap over de eindtijd te verwerken.

Ook hebben wij de kracht en openbaring van de Heilige Geest nodig om de informatie over de eindtijd in het boek Openbaring te kunnen ontvangen, en bereid te zijn om te leven in de tijd waarin deze profetie in vervulling zal gaan.

N: De viervoudige bekrachtiging van de heiligen in de eindtijd.
Matt.24:13 Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered.
In Dan.10 vinden we vier verschillende realiteiten die Daniël kracht gaven om de waarheid in het visioen van de eindtijd te begrijpen en te verwerken; deze zelfde vier realiteiten zullen ook ons hart de kracht geven om menselijke angst achter ons te laten, en geen aanstoot te nemen aan de wegen van de Heer, doordat ons hart zichzelf verliest in vurige liefde en een diep inzicht in de persoonlijkheid van Jezus Christus.

P: Vasten en gebed.
Vanaf zijn jeugd had Daniël een levensstijl van gebed (6:11) en vasten (1:8) aanvaard en zichzelf eigengemaakt; vasten herinnert ons eraan dat de menselijke geest, ziel en lichaam met elkaar verbonden zijn, en niet van elkaar gescheiden kunnen worden (1Tess.5:23). Want mensen zijn voor eeuwig fysieke wezens, en wij moeten niet proberen om te ontsnappen aan ons lichaam; maar als christenen kijken wij uit naar de dag waarop onze aardse lichaam veranderd wordt in een hemels lichaam (Rom.8:23,1Kor.15:53, 2Kor.5:1-5, Fil.3:21).

Vasten stimuleert onze geestelijke eetlust, scherpt ons geestelijk onderscheidingsvermogen, strijdt tegen ons vertrouwen in eigen kracht, en verzwakt de verlangens van onze natuurlijke mens. Teveel eten en overmatig gebruik van welvaart en recreatie veroorzaken verslapping in onze geest, waardoor geestelijke scherpte wordt verminderd en geestelijke onderscheiding wordt vertroebeld.

Daniël wilde dat zijn geestelijke inzicht sterk zou zijn, toen hij naar Babylonië werd gedeporteerd, want hij wist dat hij al zijn geestelijke kracht nodig had in een cultuur die zo ver van Jehovah-God verwijderd was. Zijn eerste beslissing was om niet deel te nemen aan het overdadige voedingspatroon aan het hof van de koning (1:8), en deze eerste keuze tot vrijwillige zwakheid gaf hem geestelijk kracht (1:17+20). 

Het lijkt tegenstrijdig dat een keus van vrijwillige zwakheid op het gebied van vasten juist leidt tot geestelijke kracht, maar in een tijd waarin God de kracht van de naties volledig verplettert, zullen vasten en gebed ons hart inzicht verschaffen vanwege onze houding van nederigheid. 

Jes.2:10-12 Verschuil je tussen de rotsen, verberg je onder de grond, vlucht voor de vreselijke macht van de HEER, voor Zijn geduchte majesteit. Wie hoogmoedig was, slaat de ogen neer, wie trots was, buigt het hoofd. Want de dag komt dat alleen de HEER hoog verheven is. Op die dag zal de HEER van de hemelse machten Zich keren tegen ieder die hoogmoedig is en trots, tegen ieder die zich verheven acht; ze worden vernederd! 

Wanneer wij Gods soevereine handelen niet begrijpen en in de war raken, zal de natuurlijke mens vragen waarom God zo handelt; maar een nederige houding beschermt ons hart tegen aanstoot nemen, en plaatst ons in een positie waarin wij inzicht ontvangen. Vasten en gebed brengen ons naar een plaats van vrijwillige zwakheid, waarbij wij alleen op God Zelf kunnen terugvallen.

Wij zullen niet alles volledig begrijpen, maar we zullen wel weigeren om Hem te beschuldigen; wij zullen op zoek gaan naar inzicht in een context van aanbidding. Wijzelf zijn degenen die deze eerste bron van kracht op gang moeten brengen, en het is de sleutel tot het ontvangen van de volgende drie bronnen van kracht waarin alleen God kan voorzien. Vasten en gebed vormen de toegang tot de drie wegen van Goddelijke kracht, want de engel verklaarde duidelijk dat hij gekomen was op grond van het gebed van Daniël (10:12); en ook interpreteerde hij het gebed en vasten van Daniël als een houding van nederigheid.

De enige strategie die Jezus ons aanbiedt in Zijn visie op de eindtijd is een doelbewuste houding van intense waakzaamheid (Marc.13:33-37). Vasten en gebed verzwakken onze lichamelijke kracht, maar vergroten ons hart om meer openbaring van God te ontvangen en geestelijke zwakheid te doorbreken. In vasten en gebed wordt de menselijke geest gescherpt en gericht op de dingen van God; er ontstaat een gevoeligheid voor Goddelijke openbaring en inzicht, en brengt het hart dichter bij God, waardoor wij beter in staat zijn om weerstand te bieden tegen de aanvallen van de vijand.

In het leven van Jezus op aarde zien wij twee voorbeelden van een levensstijl van vasten en gebed als voorbereiding op een confrontatie met de vijand, namelijk bij de beproeving in de woestijn (Luc.4:1-13), en bij de beproeving in Gethsemane (Luc.22:39-46). 

Vasten maakt ons hart zacht en opent onze inwendige mens voor de wegen van God, en zo wordt ons onderscheidingsvermogen aangescherpt tot het herkennen van het grote verschil tussen heiligheid en onreinheid. In een levensstijl van vasten weigeren wij om onze ziel te bevredigen met het dagelijkse gemak van de welvaartsmaatschappij, die kracht en vitaliteit wegzuigt en ons verhindert om voorwaarts te gaan in de genade van God.

Vasten is een ontwenningskuur voor onze ziel, want wanneer wij onszelf onthouden van de gebruikelijke emotionele pijnstillers in overdadige voedsel, laat God onze werkelijke geestelijke honger toenemen en wordt ons vermogen naar intimiteit, openbaring en inzicht vergroot. In het vasten omarmen wij vrijwillige zwakheid om de kracht van God als onze oplossing te kunnen omarmen, maar vasten is niet bedoeld om ons geestelijk prestige bij andere mensen op te vijzelen.

In het vasten maken wij onszelf zwak voor God en bidden om een doorbraak van Zijn kracht; Zijn kracht wordt onze enige werkelijke hoop en ultieme oplossing voor onze problemen. Vasten is essentieel voor het christelijke leven, en is geen optie wanneer wij de volheid van Gods genade willen ervaren; het is absoluut noodzakelijk voor totale overgave.

De genade van het vasten is voor iedere gelovige beschikbaar, wanneer wij de Heer vragen om deze genade; wij mogen Hem vragen om ons te helpen ernaar te verlangen. De Heer koestert dit gebed als waardevol, en wanneer wij erin volharden om dit van Hem te vragen, zullen wij uiteindelijk het verlangen hebben om te vasten. Wanneer wij bidden om Zijn kracht en genade in het vasten, zal Hij deze genade in ons tot stand brengen.

En als beloning voor deze levensstijl van vrijwillige zwakheid zal God Zijn engelen uitzenden om hulp te bieden aan hen die deel hebben aan het eeuwige leven (Hebr.1:14).

Q: Goddelijke kracht door bemiddeling van engelen.
Dan.10:10 Toen raakte een hand mij aan en deed me bevend op handen en knieën steunen.
Dan.10:16 Toen raakte de menselijke gedaante mijn lippen aan. Ik opende mijn mond en begon te spreken. 

Dan.10:18 Toen raakte hij, die er uitzag als een mens, mij nogmaals aan en schonk me kracht.
Drie keer werd Daniël aangeraakt door de engel, en ontving hij kracht van de Heer; dit was een noodzakelijke stap voor Daniël om in staat te zijn het gewicht van Goddelijke openbaring te ontvangen. 

Op dezelfde manier ontving Jezus ook op twee kritieke momenten kracht via engelen, namelijk bij de beproeving in de woestijn (Matt.4:11), en bij de beproeving in de tuin van Gethsemane (Luc.22:43). De apostelen kenden ook de bescherming van engelen, zoals Petrus bij zijn bevrijding uit de gevangenis (Hand.12:7-10), en Paulus op zijn weg naar Rome (Hand.27:23-24).

De gemeente van de eindtijd zal ook grote activiteiten en bescherming van engelen ervaren, want engelen spelen een belangrijke rol in het boek Openbaring.

R: Het ontvangen van Goddelijke liefde.
Dan.9:23 Er is een woord uitgegaan toen je je smeekbede begon en ik ben gekomen om het over te brengen, want je bent zeer geliefd. Luister naar het woord en sla acht op het visioen.
Dan.10:11 Daniël, geliefde man, luister naar de woorden die ik tot je spreek en sta op, want ik ben naar je toe gestuurd. 

Dan.10:19 Wees niet bang, geliefde man, vrede zij met je, wees sterk, wees sterk!
Eén keer in het derde visioen en twee keer in het vierde visioen ontving Daniël inzicht in zijn identiteit bij God, en hier is veel meer aan de hand dan alleen het geven van een titel. Daniël ontving bovennatuurlijke kracht door de openbaring van Gods liefde voor hem. Eenzelfde voorbeeld van bekrachtiging zien wij bij Jezus, toen Hij door de Vader bij Zijn waterdoop aangesproken werd als Gods geliefde Zoon (Matt.3:17), en later nog eens op een berg in het noorden van Israël (Matt.17:5).

Jezus Zelf paste een unieke Goddelijke strategie toe in het voorbereiden van Zijn leerlingen op geestelijke oorlogsvoering en op onderdrukking en vervolging door hen onder te dompelen in de openbaring van Zijn grote liefde voor hen (Joh.15:9), maar ook de grote liefde van de Vader voor hen (Joh.17:23b).

Gods liefde wordt pas werkelijke volmaakt in ons leven, wanneer wij vrij zijn van negatieve angst voor Zijn oordeel (1Joh.4:17-19). Dan is er in ons hart geen struikelblok om intens de liefde van God voor ons te ontvangen, zodat wij met grote regelmaat de extase van Zijn liefde in ons hart kunnen ervaren (2Kor.5:13).

S: Goddelijk inzicht.
Dan.10:1b Door het visioen begreep hij het bericht.
De engel maakte Daniël duidelijk dat hij gekomen was om hem inzicht te geven in de wegen van God (10:11, 14, 21); geestelijk inzicht geeft informatie aan onze voorbede en bereidt ons voor op volharding tijdens vurige beproeving, zodat ons hart beschermd wordt tegen het nemen van aanstoot, misleiding en angst.

Het onderwijs van Jezus in Matt.24, Marc.13, Luc.21 en het boek Openbaring zijn bedoeld om ons van tevoren onderwijs en informatie te geven over alles wat er gebeuren gaat in de eindtijd, zodat wij niet verrast worden door wat zich zal gaan afspelen over de hele wereld. 

2Petr.3:17-18 Geliefde broeders en zusters, u weet van tevoren wat er gaat komen. Wees daarom op uw hoede en laat u niet meeslepen op de dwaalwegen van wettelozen. Laat uw standvastigheid niet varen, maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. Amen. 

Openb.1:1 Openbaring van Jezus Christus, die Hij van God ontving om aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet.
God wil doelbewust aan Zijn volk inzicht geven over de allergrootste crisis uit de menselijke geschiedenis, want de crisis zelf, het inzicht in de crisis, en het leiderschap van God tijdens de crisis zullen het volk van God louteren en zuiveren (Dan.11:35).

Het karakter van Bijbelse profetie laat ons duidelijk zien dat God specifieke waarschuwingen met betrekking tot de oordelen van de eindtijd onthult om Zijn volk voor te bereiden, en om redding te brengen aan grote menigten ongelovigen. 

Amos 3:7 Zo doet God, de HEER, niets zonder dat Hij Zijn plan heeft onthuld aan Zijn dienaren, de profeten.

V.v.d.B. (Vriend van de Bruidegom)

Zie voor meer studies over dit onderwerp op de website van Vriend van de Bruidegom Hefzibah 

 

 

Actueel[toon alles]
Activiteiten[toon alles]